Dit programma is het vervolg op twee eerdere CD-projecten met Tsjechische muziek, "Whispering Leaves" (COBRA0069) en "Fenêtre sur le jardin" (COBRA0070). Deze keer gaat het om Kerstmis ("Vánoce"). Weer met een aantal wereldpremières van prachtige muziek die onterecht in vergetelheid is geraakt.

"Kerstavond" en "Kerstdroom van een kind" van Josef Suk brengen heel verschillende kerstsferen. De stukken zijn psychologisch subtiel, veelstemmig en harmonisch complex, maar toch altijd melodieus, oprecht en gulhartig.

De cyclus “Vánoce” van Jaroslav Kvapil is de eerste wereldpremière op deze CD. Volgens Ludvík Kundera, is het “niet alleen het meest persoonlijke werk van Kvapil, maar tegelijkertijd de uiting van een vurige levenservaring vol lyrische schoonheid”. Hier bloeit Kvapils spontane muzikaliteit, zijn onuitputtelijke melodische creativiteit en natuurlijke muzikale intuïtie. De directheid en intensiteit waarmee hij zijn emoties uitdrukt doet sterk denken aan de compositiestijl van zijn leraar Janáček.

De drie korte karakterstukken "Arreslee", "Wiegelied" en "Kerstlied" van Bohuslav Martinů geven de sfeer van de Kersttijd weer met wat daarbij hoort: sneeuwpret in een slee, een kinderwiegelied met toverachtige klokken die steeds feestelijker worden en een vrolijke kersttocht met dans en gezang.

Samen met Suk was Vítězslav Novák de bekendste leerling van Dvořák en een van de belangrijkste Tsjechische componisten van het begin van de 20e eeuw. Op deze CD staan twee werken van hem. De “Liederen van winternachten” zijn zeer afwisselend: na een liefdevolle maannacht komt een stormnacht, na een mystieke kerstnacht een burleske carnavalsnacht. De “Kerstsonatine” draagt een warm lyrisch, en dansend karakter. In het tweede deel gebruikt Novák een oud lied uit de tijd van Jan Hus, dat tijdens Driekoningen werd gezongen.

Een van Nováks beste leerlingen was Jaroslav Křička. Zijn cyclus "Intieme stukken", de tweede wereldpremière, was een cadeautje voor Kerst 1912 aan ene Růža Pluhařová. Het is eigenlijk een liefdesverklaring in tonen. De intensiteit van de lyrische uitdrukking stroomt hier vanaf begin tot het einde.

Het laatste stuk, "Christus is geboren" van Leoš Janáček is een charmante en zachtmoedige pianobewerking van een zeer bekend Tsjechisch Kerstlied uit de 15e eeuw.

Ksenia Kouzmenko wordt internationaal geroemd om haar gevoelige en technisch indrukwekkende pianospel en is zeer geliefd als kamermuziekpartner. Sinds kort speelt ze ook op een Érard-vleugel, die haar onvermoede nieuwe klankmogelijkheden biedt. “…Ksenia Kouzmenko is een overtuigend “performer” die de luisteraar meesleept op haar muzikale ontdekkingstochten”.

“Vánoce”: Tsjechische pianomuziek rondom Kerstmis”

 

Josef Suk (1874 - 1935)

"O štědrém dni"/ "Kerstavond" (1923)

"Vánoční sen dítetí"/ "Kerstdroom van een kind", op.33 no. 5 (1912)

***

Bohuslav Martinů (1890 - 1959)

"Vánoce" / "Kerst" (1927)

I. "Saně" / "Slee"

II. "Dětská ukolébavka" / "Wiegelied"

III. "Vánoční koleda" / "Kerstlied"

***

Jaroslav Kvapil (1892 - 1958)

 "Vánoce"/ "Kerst" (1924)

I. Con fuoco

III. Lento            

***

Vítězslav Novák (1870 - 1949)

"Písně zimních nocí" / "Liederen van winternachten" op.30 (1903)

  1. "Píseň měsíční nocí" / "Lied van een maannacht”. Andante amoroso
  2. "Píseň bouřlivé noci" /"Lied van een stormnacht”. Allegro tempestoso

***                                     

Jaroslav Křička (1882 - 1969)

"Intimní skladby" / "Intieme stukken" op. 17 (1910-11)

I. Andante con malinconia

II. Grave, con effusione

III. Andante con tenerezza

***

Vítězslav Novák (1870 - 1949)

Sonatina op. 54 no. 6 (1920) "Vánoční" / "Kerst"

  1. "Pastorale". Quasi allegretto
  2. "Rorátní píseň z doby Husovy" / "Kerstlied uit de tijd van Jan Hus"

Andante. Doppio movimento

***

Leoš Janáček (1854 - 1928)

"Narodil se Kristus Pán" / "Christus is geboren" (24. XII. 1924)